Hans Heres overleden
De rode erfenis van Hans Heres blijft voortbestaan
door Pieter Broesder, Dagblad van het Noorden, 4 januari 2019
De Nieuwe Communistische Partij van Nederland is van het politieke strijdtoneel verdwenen. Toch laat de onlangs overleden Hans Heres (72), medeoprichter van de NCPN, met het project De Rode Hulp een tastbare herinnering na.
Met Koert Stek en Albert Schwertman was Hans Heres één van de communisten die in de voormalige gemeenten Beerta, Finsterwolde en later Reiderland vele jaren de politieke agenda bepaalden. Ze vochten voor de CPN de Koude Oorlog uit. Toen de CPN in 1992 opging in GroenLinks trokken de Oost-Groningers samen verder op onder de naam NCPN. Ze bemanden als het ware het laatste communistische bastion van Nederland.
Heres, die zes burgemeesters meemaakte, zag de partij groeien. In 2002 werd de NCPN de grootste fractie, maar na de verkiezingen in 2006 was het min of meer gedaan met de partij. Heres maakte ook mee dat de NCPN weer kromp tot een eenmansfractie. Een zwanenzang. De partij kwam na de herindeling van Reiderland met Scheemda en Winschoten niet in de gemeenteraad van de nieuwe gemeente Oldambt en speelde politiek niet meer mee. De afgesplitste Verenigde Communistische Partij (VCP) van Engel Modderman wel. De VCP houdt met drie raadsleden nog steeds stand.
Politiek mag er dan weinig resten, Heres laat een andere erfenis na. Want hij zorgde ervoor dat de mensen van De Rode Hulp niet werden vergeten. De Rode Hulp was een organisatie die vooral bestond uit communisten. In 1933, vrijwel direct na de machtsovername in Duitsland door de nazi’s, kwamen ze in het geweer om tegenstanders van het regime te helpen de grens over te komen. Op die manier ontsnapten tientallen Joden en politieke tegenstanders aan het regime. De vluchtelingen werden ook verborgen gehouden voor de Nederlandse overheid. Want eenmaal betrapt werden ze zonder vorm van proces teruggestuurd naar nazi-Duitsland. Met alle gevolgen van dien.
Op initiatief van Heres zijn in het Duits-Groningse grensgebied informatieborden geplaatst over de mensen van De Rode Hulp en de vluchtroutes die zij namen. Het zijn kleine monumenten. Ze staan langs een route door het Duitse Emsland, op plekken waar straf- en concentratiekampen waren. Heres was er vorig jaar nog bij toen drie informatiepanelen werden geplaatst bij Bad Nieuweschans.
„Dat was Heres ten voeten uit”, zegt de 73-jarige Greta Volders uit Finsterwolde. Als CPN-wethouder in Finsterwolde werkte ze bestuurlijk samen met haar CPN-collega in buurgemeente Beerta. „Hij was een strijder tegen racisme en vreemdelingenhaat. Hij heeft ervoor gezorgd dat dit belangrijke deel van de Groningse geschiedenis, van het communistische verleden vooral ook, niet vergeten raakt. De herinnering blijft.”
Dat zegt ook Harm Arend Meijer uit Bad Nieuweschans. Hij werkte met Heres samen om de panelen geplaatst te krijgen. „Heres raakte in 2015 onder de indruk van de tentoonstelling Het communistisch verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Veenkoloniaal Museum in Veendam. Hij vond dat die expositie een blijvend vervolg moest krijgen en heeft zich tot het uiterste ingespannen dat voor elkaar te krijgen.”