In het spoor van Domela Nieuwenhuis


De geschiedenis van het radicaal socialisme en communisme in Friesland.

In Friesland is het socialisme met kopstukken als Domela Nieuwenhuis en Pieter Jelles Troelstra van begin af aan een sterke beweging geweest. De SDAP en later de PvdA behaalden er doorgaans veel stemmen. Links van de sociaaldemocraten zijn enkele kleinere socialistische en communistische groeperingen actief geweest. Ron Blom heeft de vroege geschiedenis daarvan nu tot in de details vastgelegd in zijn boek In het spoor van Domela Nieuwenhuis; vroeg communisme en radicaal socialisme in Friesland 1907-1935. Het sluit aan op het eerder verschenen boek van Chris Beuker over het communistisch verzet in Friesland en de voorgeschiedenis daarvan vanaf 1925.

Tegen de ‘godsvrede’

De radicale socialistische beweging in Friesland draaide aanvankelijk vooral om individuele activisten die familieleden en dorpsgenoten meekregen in hun afwijzing van de meer gematigde koers van de SDAP. Daaronder waren veel volgelingen van de oorspronkelijke koers van Domela Nieuwenhuis, pacifisten, en aanhangers van de ’tribunisten’ die in 1909 de Sociaal Democratische Partij oprichtten. Zij stonden met Henriëtte Roland Holst’s Revolutionair Socialistische Vereniging (RSV) afwijzend tegenover de ‘godsvrede‘ van de sociaaldemocratische meerderheid tijdens de Eerste Wereldoorlog. Er was een beweging van dienstweigeraars. Daarnaast zien we ook actieve geheelonthouders, anarchisten, christen-socialisten en aanhangers van de vrijdenkersbeweging De Dageraad. Opmerkelijk is de rol van een aantal dominees die actief waren voor het socialisme.

Portret door Michel de Klerk (1921)Henriëtte Roland Holst [portret Michel de Klerk, 1921, bron: Wikipedia]

Kleine aantallen

In 1918 werd de SDP, geïnspireerd door de Russische Revolutie, omgedoopt tot Communistische Partij. Het voorbeeld van de bolsjewieken en de uitbreiding van het kiesrecht, eerst alleen voor mannen, later ook voor vrouwen, waren een belangrijke stimulans voor de groei van de partij. Maar het ledental in Friesland bleef klein, in veel afdelingen kwam het lange tijd niet boven de tien uit. In sommige gebieden is er wel sprake van enige continuïteit, zoals in Opsterland. Daar was raadslid Gerrit Roorda tot ver na de Tweede Wereldoorlog een belangrijke voortrekker van de beweging. Elders verdwijnen afdelingen ook weer door niet meer te achterhalen oorzaken. Continuïteit is er ook in Lemmer rond raadslid Jacob de Rook en de familie Visser van wie een nazaat, Rinze Visser, tot op heden voor de NCPN in de raad zit. In een afsluitend overzicht van alle radicaal-links raadsleden in het Friesland van vòòr de oorlog zien we aanvankelijk een divers aantal partijen en groeperingen. In de loop van de jaren dertig zien we vooral raadsleden van de CPN en in minder mate van de RSAP (trotskisten). Leeuwarden krijgt pas in 1939 het eerste raadslid van de CPN.

Een pijnlijke fase in de vroege geschiedenis van de CPN (toen CPH) is de kortstondige scheuring in de jaren twintig die leidde tot het bestaan van twee communistische partijen: een van aanhangers van  Wijnkoop, een van de oprichters van de oorspronkelijke SDP, en daarnaast de officiële partij onder leiding van Louis de Visser. Achtergrond is een conflict over de vakbondspolitiek, vergelijkbaar met het conflict dat de partij later, in de jaren vijftig, opnieuw zal splijten. Moeten communisten zich aansluiten bij de ‘moderne bond’, het NVV, of bij de meer vrije, syndicalistische bonden van het NAS? De Friezen hadden in meerderheid een voorkeur voor Wijnkoop c.s. die het eerste bepleitte.

Boeren

In het spoor van Domela Nieuwenhuis geeft vooral een beeld van het landschap van politieke partijen en hun activisten. Over de activiteiten van de vakbonden lezen we helaas weinig. Buiten de zuivelfabrieken is er ook weinig industrie in Friesland en voor zover er fabrieken zijn vormen de sociaaldemocratische arbeiders en NVV-leden daar de meerderheid. Veel communisten komen, als ze werk hebben, uit kleinere bedrijven, de middenstand, kleine boeren en vissers. Samen met Groningse communisten, onder wie Geert Sterringa, proberen de Friezen de boeren in beweging te brengen met een Plattelands-Tribune. Ook steunen de communisten boeren die hun bedrijf moeten verkopen en werkverschaffingsarbeiders in de veengebieden. In de Friese weidegebieden krijgt de partij weinig aanhang. Blom ziet op de kaart van Friesland een ‘rood hoefijzer’ om de aanhang van radicaal links in de provincie te plaatsen: van Sneek en Harlingen naar het noorden en dan zuidoostwaarts via Tietjerksteradeel, Bergum en Opsterland, tenslotte eindigend in Lemmer.

Een bron voor familiegeschiedenis

Historicus Ron Blom schreef eerder boeken over Frank van der Goes, over linkse soldaten en matrozen tijdens de mobilisatie in de Eerste Wereldoorlog en over de revolutionaire situatie direct na de oorlog. Hij baseert zijn nieuwe boek over Friesland op een uitvoerig onderzoek in -onder meer- provinciale en locale archieven, het archief van de CID (Centrale Inlichtingendienst), genealogische registers, het dagblad De Tribune en enkele gedocumenteerde persoonlijke herinneringen. Uit alle snippers informatie die hij op deze wijze boven water heeft weten te halen biedt hij een zeer gedetailleerde beschrijving van de beweging links van de SDAP in Friesland en de mensen die daaraan hebben deelgenomen. Met alle namen die hij heeft weten te achterhalen, van individuen en groepen die actief waren in de periode rond de Eerste Wereldoorlog en in de jaren dertig in verschillende delen van de provincie biedt dit boek materiaal voor zowel familiegeschiedenissen als de locale en regionale geschiedenis.

De geschiedenis van deze vroege arbeidersbeweging is na zoveel jaren moeilijk compleet te maken. Van Domela Nieuwenhuis herdenken we dit jaar zijn honderdste sterfdag. Er zijn geen levende getuigen meer en de mensen over wie het gaat waren over het algemeen geen archivarissen. Het weinige dat er vroeger in deze beweging nog wel werd vastgelegd is in de oorlog of later verloren gegaan. Het is dus bepaald geen geringe opgave om nu na zoveel jaar een volledig overzicht te geven van deze geschiedenis. Dat het boek op sommige plaatsen wat fragmentarisch overkomt is daarom onvermijdelijk. Het belangrijkste lijkt me dat wat er nog wel te vinden was nu is samengebracht in een boeiend verhaal over een nog niet eerder beschreven geschiedenis.

Ron Blom, In het spoor van Domela Nieuwenhuis; vroeg communisme en radicaal socialisme in Friesland 1907-1935, Uitgeverij Noordboek, Gorredijk