Communistisch verzet in Friesland


Na Groningen heeft Friesland nu ook een geschiedenis van het verzet van communisten in de Tweede Wereldoorlog

Chris Beuker schreef zijn boek Communistisch verzet in Friesland 1925-1945 voor het eerherstel van Friese communisten. In de oorlog gingen zij al vroeg in het verzet. Ze hebben geleden onder de gruwelijke repressie van de nazi’s in gevangenissen en concentratiekampen. Sommigen moesten dat met hun leven bekopen. Na de oorlog is hun aandeel in het verzet veel te lang genegeerd en verborgen gebleven door het isolement waarin communisten in de Koude Oorlog terechtkwamen.

De geschiedenis die Beuker aan de hand van talloze mondelinge en schriftelijke persoonlijke getuigenissen heeft opgetekend is van belang voor alle nabestaanden van de Friese verzetsstrijders die sinds de oorlog geconfronteerd zijn geweest met hardnekkige vijandbeelden, en die thuis in veel gevallen ook niet het volledige verhaal te horen kregen. Het boek is ook een bijdrage aan de partijgeschiedenis van de CPN. Het geeft een beeld van de inzet van arbeiders en boeren in Friesland  voor een rechtvaardiger wereld in de traditie van Domela Nieuwenhuis die in die streek de grondslag heeft gelegd voor de socialistische beweging in Nederland. Beuker laat zien dat het Friese verzet in de Tweede Wereldoorlog de voortzetting was van een al langer gevoerde strijd tegen onrecht, sociale ongelijkheid en discriminatie. Communisten vochten niet tegen een land, maar tegen een politiek systeem. “Niet Duitse mensen waren destijds de vijand, maar de fascisten,” zei Rinze Visser, raadslid voor de NCPN in Lemmer, bij de presentatie van het boek op 21 april j.l. in Gorredijk.

Het eerste deel van de geschiedenis van het communistisch verzet in Friesland gaat over de Friese CPN in de periode voorafgaand aan de oorlog. De partij groeit, met name in het Zuid-Oosten van de provincie door de grote armoede onder de landarbeiders. Arbeiders van werkverschaffingsprojecten staken tegen de korting op hun loon in de jaren dertig. Communisten spelen daarbij een leidende rol en krijgen te maken met de nietsontziende repressie van de lokale autoriteiten en de politie. Pijnlijk is dat de neerslag van deze confrontaties in politiedossiers tijdens de bezetting in handen komt van de Gestapo.

Voor boeren die door de crisis gedwongen worden hun land en bezittingen te verkopen organiseren communisten solidariteitsacties. Daarmee winnen ze veel vertrouwen en veroveren ze raadszetels in diverse gemeenten. Centrale figuren in de tijd zijn Gerrit Roorda uit Tijnje, dominee Benjamin Boers en Jan Herder, de landbouwspecialist van de partij. De Friezen zorgden in de jaren dertig ook voor de opvang van voor de nazi’s gevluchte Duitse joden en communisten.

In het eerste oorlogsjaar verspreiden Friese communisten de verzetskrant Het Noorderlicht. Vrij snel na de Februaristaking, in maart 1941, worden vrijwel alle medewerkers opgepakt. Via Kamp Amersfoort komen enkele van hen terecht in Duitse concentratiekampen. Hun ontberingen zijn door Beuker uitvoerig beschreven aan de hand van brieven, mondelinge getuigenissen en officiële rapporten. Een tweede arrestatiegolf volgt in juni 1941 nadat Duitsland de oorlog had verklaard aan de Sovjet-Unie. Een aantal communisten uit deze groep, waaronder Roorda, wordt na verloop van tijd weer vrijgelaten. Uiteindelijk slaagt de illegale CPN-leiding er pas in de loop van 1943 weer in de organisatie uit te bouwen. Dat is dan vooral het werk van een nieuwe instructeur, Willem Jan Lammers. Hij werkt nauw samen met een in Friesland ondergedoken Duitse communist, Frits Taraschewski. De Waarheid komt dan centraal te staan in de verzetsactiviteiten. Voor de hulp aan onderduikers voert het verzet een gewapende overval uit op een distributiekantoor van voedselbonnen. In Friesland coördineerde de OVV (Orde van Verzet) het gewapende verzet. Friese communisten namen hiervoor met niet-communisten het initiatief. Over de rol van de RVV (Raad van Verzet), de landelijke koepel van verzetsorganisaties, in Friesland  lopen de meningen uiteen.

De koers en de organisatie van de partij staan in dit boek niet centraal. Beuker heeft op de eerste plaats een document geschreven met zoveel mogelijk persoonlijke geschiedenissen van Friese verzetsstrijders. Hij blijft heel dicht bij de personen en bij de bronnen die over hen beschikbaar zijn. Van sommige gebeurtenissen krijgen we verschillende verhalen naast elkaar van mensen die er bij betrokken waren of er over hebben geschreven. Beuker onthoudt ons geen enkel detail over wat de verzetsstrijders hebben meegemaakt. Hij levert weinig analytische beschouwingen over de CPN, maar zijn boek is wel een waardig, en na zoveel jaren terecht, eerbetoon aan de communisten die ook in de moeilijke omstandigheden van de oorlog doorvochten voor hun idealen.

Jos van Dijk