Jos van Dijk: “Het is geen neutraal boek”
Donderdag 6 oktober 2016 is het boek Ondanks hun dappere rol in het verzet…Het isolement van Nederlandse communisten in de Koude Oorlog ten doop gehouden in het Internationaal Instituut voor de Sociale Geschiedenis in Amsterdam.
Uit de inleiding door Jos van Dijk
De titel van mijn boek verwijst zowel naar hoogtepunten als dieptepunten uit de geschiedenis van het Nederlandse communisme die we dit jaar herdenken: de Februaristaking van 1941, nu 75 jaar geleden en de Hongaarse opstand van najaar 1956, nu 60 jaar geleden, die in Nederland een ongekende hetze teweeg bracht tegen de communistische partij en haar leden. Het grootste deel van mijn boek beslaat de periode tussen deze gebeurtenissen, de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw. Ik heb met dit boek de geschiedenis van de CPN niet willen herschrijven. Ik heb geprobeerd aan de hand van de bestaande literatuur en aanvullend archiefonderzoek de waardering van het communisme in Nederland in deze periode te beschrijven, en de invloed die dit had op de communisten en hun partij. Het is een boek geworden over de interactie tussen communisme en anticommunisme.
Het is geen neutraal boek. Ik heb mijn best gedaan de geschiedenis zo goed mogelijk recht te doen. Ik heb ook ruim aandacht besteed aan de minder fraaie kanten van het Nederlandse communisme, het stalinisme en sektarisme, en aan de eigen bijdrage van de CPN aan het isolement. Alles overziende kom ik na het schrijven van dit boek tot de conclusie dat de communisten onrecht is aangedaan met de wijze waarop zij na de oorlog in Nederland zijn behandeld. Ze zijn puur en alleen vanwege hun standpunten, hun politieke visie en levensbeschouwing weggezet als staatsvijandelijke burgers die zoveel mogelijk buitenspel moesten worden gezet. En dat gold niet alleen wethouders die werden ontslagen en raadsleden en Kamerleden die de toegang tot commissies werd geweigerd. IJverige politieagenten en BVD-spionnen volgden iedereen die ook maar het geringste contact had met de CPN of een verwante organisatie en rapporteerden over hun doen en laten, hun karaktereigenschappen, huwelijkse staat, financiële betrouwbaarheid, godsdienstige achtergrond en reputatie. Recent vrijgegeven archieven van de BVD die ik bij het Nationaal Archief mocht inzien geven daarvan lachwekkende, maar vooral ook treurige voorbeelden. Wie ooit zijn of haar BVD-archief heeft opgevraagd zal ze kunnen aanvullen. Zo heb ik uit mijn eigen inzage in het archief van de MIVD kunnen leren dat ik in 1972 bij de aanvang van mijn militaire dienst te boek stond als “volkomen fout, een uitgekookte jongen, discussiant op openbare vergaderingen van de CPN”.
Was dit allemaal nodig? Nee. Met de kennis van nu is het eenvoudig deze vraag ontkennend te beantwoorden. Maar wat mij trof was dat de autoriteiten ook in de jaren veertig en vijftig al over voldoende informatie beschikten om alle opgeklopte verhalen over de gevaren van een vijfde colonne en Russische infiltranten naar de prullenmand te verwijzen.
Was de uitsluiting van communisten schadelijk? Ja. En dan niet alleen voor de politieke partij die gehinderd werd in alle vrijheid te opereren, niet alleen voor individuele communisten die ontslagen zijn of de baan misliepen die ze graag hadden gewild. Het uitsluiten van een politieke stroming raakte ook de Nederlandse samenleving als geheel omdat stelselmatig bepaalde stemmen tegen de oorlog in Indonesië, tegen het Atlantisch Pact, de atoombewapening, de loondictaten niet konden worden gehoord dan wel onschadelijk gemaakt werden door er het etiket staatsgevaarlijk op te plakken. Het uitsluiten van een politieke stroming die in 1946 nog goed voor was voor ruim 10% van de stemmen was een smet op de Nederlandse democratie.
Waarom moest de CPN buitenspel gezet worden, waarom werden communisten uitgesloten en gediscrimineerd, werd hen zaalruimte voor openbare meetings geweigerd, kregen ze geen toestemming om te demonstreren, werden ze tot ver in de jaren zeventig nog niet toegelaten als lid van het NVV? Dat is de vraag die ik met dit boek geprobeerd heb te beantwoorden. Kort samengevat zie ik vooral binnenlandse politieke factoren voor het Nederlandse anticommunisme na de oorlog: het terugdringen van de linkse concurrent van PvdA en NVV, het indammen van de beweging tegen de oorlog in Nederlands Indië, het onschadelijk maken van kritiek op de banden van Nederland met de Verenigde Staten, en van alle naoorlogse kritiek op de atoombewapening. Een belangrijk drijfveer was ook het in stand houden van het verzuilde politieke systeem en de daarmee verbonden verdeeldheid van de werkende bevolking. Kortom: er was wel wat meer aan de hand dan de bestrijding van een leugenachtig, autoritair geleid “filiaal van een buitenlandse mogendheid”.
Ik hoop in elk geval dat ik met een boek over deze geschiedenis kan bijdragen aan een meer genuanceerd beeld van de betekenis van de CPN in Nederland.
Tot slot heb ik nog twee speciale wensen.
De eerste is dat er nu eindelijk eens een onafhankelijk en volledig openbaar onderzoek komt naar de rol van politie en inlichtingendiensten bij alle pogingen om de CPN uit te schakelen. Het is eigenlijk te gek dat dit nog steeds niet is gebeurd en dat de politiek deze geschiedenis min of meer als afgedaan beschouwt.
En de tweede is meer een oproep: dat we uit deze geschiedenis de les trekken dat er niemand ooit meer buiten de politieke orde wordt geplaatst puur en alleen vanwege zijn of haar standpunt, levensbeschouwing, geloof of overtuiging. Het klinkt sommigen misschien vreemd in de oren, maar de geschiedenis van Nederlandse communisten in de Koude Oorlog is wat mij betreft ook een les in politieke tolerantie. Zo ga je niet met afwijkende standpunten om.
Ik hoop dat deze les ook nog eens gememoreerd kan worden bij de herdenking van de Hongaarse opstand en de reactie daarop in Nederland in de eerste week van november 1956. Ik was benieuwd naar wat er in Utrecht was gebeurd, over Amsterdam is al veel geschreven. Ik vond in de gemeenteraadsverslagen indrukwekkende bijdragen van de toenmalig vertegenwoordiger van de CPN in Utrecht Aad de Vries. En ik kreeg van zijn dochter Marianne een verhaal hoe zij de Hongaarse Furie had beleefd als kind. Ik ben daarom zeer vereerd dat ik nu aan haar het eerste exemplaar van mijn boek mag overhandigen.
Foto’s: Annelies van Dijk