Artikel van Mark Traa in Quest, juni 2017
Veel communisten zaten tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het verzet. Na de oorlog werden ze ineens als potentiële landverraders gezien. Want zouden ze niet de rode loper uitrollen voor de nieuwe vijand, de Sovjet-Unie?
Helden waren het, de communisten.Verzetshelden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog lieten zo’n 2000 van hen het leven in de strijd tegen de Duitse bezetter. Geen enkele verzetsbeweging was radicaler in zijn acties tegen de nazi’s. De communisten pleegden aanslagen op de Duitsers, ze richtten de verzetskrant De Waarheid op, ze riepen op tot de Februaristaking.
Zonder communistisch verzet, zo kunnen we rustig aannemen, zouden de Duitsers het een stuk makkelijker hebben gehad in Nederland. Een paar jaar na de oorlog was alles ineens anders. In 1949 vond 82 procent van de bevolking dat het communisme bestreden moest worden. In politiek Den Haag werd gesproken over een verbod van de CPN (Communistische Partij van Nederland). De legerleiding hield rekening met een staatsgreep door communisten. Er werden arrestatielijsten aangelegd van communisten die maar het beste konden worden opgesloten. De Binnenlandse Veilig heidsdienst (BVD) kreeg opdracht om alles wat communistisch was of communistisch kon worden, te bestrijden.
Rode loper voor Moskou
Wat was er gebeurd? Eigenlijk maar een ding: er was een nieuwe vijand gekomen. Het Westen voelde zich bedreigd door de Sovjet-Unie, dat na de oorlog veel meer invloed had gekregen in Oost-Europa. In 1948 grepen communisten de macht in Tsjechoslowakije. Heel veel mensen dachten dat dit de voorbode was van nog meer ‘Moskou’ in Europa. Misschien zou het zelfs wel tot een bezetting komen.
Eind jaren veertig was de Nederlandse overheid daar behoorlijk nerveus over, want ons leger zat bijna in zijn geheel in Nederlands- Indië om daar conflicten met onafhankelijkheidsstrijders uit te vechten. Als ze zouden willen, konden de Sovjets bij de grensovergang van Oldenzaal zo doorlopen. En wie zou dan de rode loper voor hen uitleggen? Juist, de communisten die al in Nederland zaten. Die lieten geen gelegenheid voorbijgaan om steun te betuigen aan hun ‘kameraad’ in Moskou: Jozef Stalin.
Goddeloos en autoritair
In 1946, bij de eerste verkiezingen na de oorlog, had de CPN nog tien procent van de stemmen behaald. Dat mocht echt nooit meer gebeuren, was de overtuiging van de andere partijen. Die vonden sowieso dat de CPN totaal niet paste in de Nederlandse samenleving. De goddeloze communisten volgden kritiekloos de autoritaire koers van Moskou. Dat verdroeg zich niet met een democratie in een land dat (toen nog) overwegend religieus was.
Tegenstanders twijfelden vooral aan de loyaliteit van de communisten: als puntje bij paaltje zou komen, kozen ze dan voor de Sovjet-Unie of voor hun eigen land? Toen de CPN steun gaf aan de machtsovername van de communisten in Praag, wisten critici genoeg.
Communisten het schip in
Er kwamen maatregelen. De CPN mocht geen lid worden van allerlei Kamercommissies, zoals die voor Buitenlandse Zaken. Verslaggevers van De Waarheid werden geweerd op persconferenties. En als enige politieke partij kreeg de CPN geen zendtijd op de radio en later de televisie.
Maar daar bleef het niet bij. In 1951 werd een ‘ambtenarenverbod’ ingesteld: wie tot de CPN of een bevriende organisatie behoorde, mocht geen vertrouwensfunctie bij de overheid of in het bedrijfsleven bekleden. Kandidaten werden uitgebreid gescreend. Sommige mensen werden afgewezen omdat hun inmiddels overleden schoonvader in een ver verleden contact had met een CPN’er.
Zelfs de grondwet werd aangepast om bij een noodtoestand (lees: een dreigende Sovjetinvasie) mensen te kunnen vasthouden. Iedereen wist dat daarmee eigenlijk alleen communisten werden bedoeld. Er werden plannen bedacht om ze met schepen af te voeren of ze onder te brengen in kampen in West-Brabant. Dan konden ze tenminste geen voorbereidingen treffen om het Rode Leger welkom te heten. Voor deze Operatie Diepvries, zoals het geheime plan heette, werden voortdurend updates gemaakt van de arrestatielijsten.
De BVD luistert mee
Zoals terreurverdachten tegenwoordig in de gaten worden gehouden door de AIVD, zo zat de BVD communisten op de huid. Prominente CPN’ers werden geschaduwd en afgeluisterd. Partijbijeenkomsten werden standaard bezocht door undercoveragenten. Die noteerden wie er spraken, wat de strekking was van hun uitspraken en of er veel weerklank was bij de toehoorders. Er was geen CPN-afdeling die niet was geïnfiltreerd door BVD’ers. Ze zaten niet alleen in de partijkantoren. Overal werden mensen ontmoedigd om zich in te laten met communisten. Een winkelier die in De Waarheid adverteerde, kon rekenen op een bezoekje van agenten. Die informeerden dan waar hij mee bezig was.
De BVD had in feite de vrije hand. Er werden in het parlement nauwelijks kritische vragen gesteld en de bevolking vond het prima wat de dienst deed. Mensen waren maar wat graag bereid uit ‘vaderlandsliefde’ een communist te verlinken. Zelf haalde de BVD daar alles voor uit de kast. Zo kreeg de zwager van Marcus Bakker, de latere CPN-partijvoorzitter, kwijtschelding van zijn belastingschuld aangeboden als hij BVD-informant zou willen worden.
Niet alleen de BVD verzamelde gegevens, de politie deed dat ook. Een aantal korpsen had een Politie Inlichtingen Dienst die in feite een voorpost was van de BVD. Lokale communisten werden nauwgezet geregistreerd en in de gaten gehouden. Wie waren de mensen die De Waarheid lazen of bezorgden? In 1953 wordt over een kantoorbediende in Oostzaan genoteerd: ‘Is vermoedelijk lid van de CPN afdeling Oostzaan. Hij is vrijpostig en brutaal in zijn optreden en moet worden beschouwd als een actief communist.’ Een grondwerker uit Scheemda die De Waarheid las, werd te boek gesteld als ‘zeer onbetrouwbaar’.
Relletjes na ‘Hongarije’
Communisten werden op straat beschimpt en bespuugd en hun kinderen werden uitgescholden
Diezelfde avond verzamelden zich honderden mensen voor het hoofdkwartier van de CPN, het gebouw Felix Meritis aan de Amsterdamse Keizersgracht. Er werden leuzen geroepen en ruiten ingegooid. Zo’n honderd communisten probeerden de meute buiten de deur te houden. In de daaropvolgende dagen ging de ‘veldslag’ door. Dat gebeurde overal in Nederland. Bij huizen van CPN-raadsleden werden ruiten ingegooid en gevels besmeurd. In alle gevallen greep de politie nauwelijks in.
Die gespannen situatie zou een poos blijven bestaan. Communisten werden bespuugd op straat en soms gedwongen om tijdelijk onder te duiken. Hun kinderen werden uitgescholden. In de niet-communistische media werd amper opgeroepen tot kalmte: hier en daar was zelfs te lezen dat de communisten best eens een lesje geleerd mocht worden. Toen fractievoorzitter Gerben Wagenaar namens de CPN in de Tweede Kamer wilde spreken over Hongarije, liepen de andere Kamerleden weg. Wagenaar sprak voor een lege zaal zijn steun uit voor de inval van de Sovjet-Unie.
Vrees was onterecht
Was de vrees dat de CPN als een nieuwe NSB het land zou verraden bij een Sovjetinvasie eigenlijk wel terecht? Volgens historicus Dick Engelen, die de geschiedenis van de BVD beschreef, heeft de dienst het feitelijke gevaar van de communisten enorm overschat. Onderzoek naar wapens en plannen voor sabotage of aanslagen leverde zelden wat op. Van spionage door de CPN was ook amper sprake.
De communisten maakten onderling ook veel te veel ruzie om echt een vuist te kunnen maken. De beweging verzwakte zichzelf, en dat zag de BVD van dichtbij gebeuren. Toch werd de CPN steeds afgeschilderd als een enorm staatsgevaar. Socioloog Jos van Dijk, die de rol van de Nederlandse communisten tijdens de Koude Oorlog beschreef, vindt ‘dat de bevolking inzake het gevaar van het Nederlandse communisme op grote schaal is misleid’. De werkelijke dreiging? Die kwam toch echt van de Sovjets en niet van hun fans in Nederland.
Mark.traa@quest.nl
MEER INFORMATIE
Waar zijn ze gebleven?
De CPN werd in 1991 opgeheven, nadat de partij in Groenlinks was opgegaan. Maar het georganiseerde communisme in Nederland is niet helemaal uitgestorven. In 1992 werd de Nieuwe Communistische Partij-NCPN opgericht door CPN-leden die Groenlinks niet zagen zitten. De ‘nieuwe communisten’ namen drie keer deel aan de Tweede Kamerverkiezingen, maar haalden nooit een zetel. In Nederland zijn er sinds 2014 drie NCPN-gemeenteraadsleden: een in De Friese Meren en twee in Heiloo. De Verenigde Communistische Partij, een afsplitsing van de NCPN, behaalde in 2014 in Oldambt vier zetels en in Pekela eentje. Nog steeds streven de communisten naar afschaffing van modern kapitalisme. Socialistische leiders van landen als Bolivia, Cuba en Venezuela worden van harte ondersteund. Slobodan Milošević, de van oorlogsmisdaden verdachte oud-president van Joegoslavië die in 2006 overleed, wordt door de NCPN betiteld als een ‘dappere strijder’.
Hij zou voor het Joegoslaviëtribunaal geen eerlijk proces hebben gehad.
Staatsgreep in Nederland
Doodsbang waren ze in Den Haag, eind jaren veertig. Zouden communisten in Nederland wellicht een staatsgreep plegen?
Op 25 april 1948, twee maanden nadat de Sovjet- Unie de macht greep in Tsjechoslowakije, schreven topambtenaren van het ministerie van Oorlog een ‘zeer geheim’ memorandum over een ‘onwettige omverwerping der regering’. Hoe zouden de communisten dat aanpakken? Er rolde een huiveringwekkend scenario uit. De verwachting was dat eerst alle ministers en hun hoogste ambtenaren op de departementen geliquideerd zouden worden. Ook zo’n 200 anderen zouden worden uitgeschakeld, onder wie hoge militairen, ambtenaren en burgemeesters en wethouders van grote steden. Vervolgens zouden de ‘radiozendstations Hilversum I en II’ worden bezet, gevolgd door de PTT-kantoren in de grote steden. Ook politiebureaus en kazernes zouden worden ingenomen. Dit zou allemaal ’s nachts gebeuren. De volgende ochtend zou dan de nieuwe regering worden afgekondigd. Het kwam nooit zo ver, weten we met de kennis van nu. Maar in 1948 waren ze er in Den Haag maar wat druk mee.
Zwarte lijst
Wat Nederlandse communisten tijdens de Koude Oorlog meemaakten, viel in het niet bij wat communisten in de VS te verduren kregen. Daar ontstond een ware heksenjacht. De beschuldiging communist te zijn was voldoende om iemands carrière en privéleven te breken. Bewijzen waren er vaak niet. De communistenjacht werd nog heviger toen de Republikeinse senator Joseph Mccarthy in 1950 beweerde dat hij beschikte over een lijst met 205 communisten die werkzaam zouden zijn bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit klopte niet, maar de onrust in het land nam toe. Honderden mensen belandden in de gevangenis, duizenden raakten hun baan kwijt. Het ‘Mccarthyisme’ liet onder meer sporen na in Hollywood. Allerlei bekende artiesten, zoals de componist Leonard Bernstein, acteur Charlie Chaplin en regisseur Orson Welles, kwamen op zwarte lijsten te staan. Dat overkwam ook andere prominenten, waaronder Albert Einstein, Robert Oppenheimer ( de ‘vader’ van de atoombom), Bertolt Brecht (dichter) en Linus Pauling (de latere winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede én voor de Scheikunde). Zij werden bij hun werk flink gedwarsboomd door de Amerikaanse overheid, die achter elke boom een communist zag.