De gruwelijke waarheid over opa Gerrit als proefkonijn


Een artikel van Harry Hekkert in De Stentor van 5 augustus 2017:

Voordat de nazi’s in de kampen op grote schaal mensen ombrengen met het gas Zyklon B, wordt dat eerst op kleine groepen uitgetest. 45 Nederlandse gevangenen zijn in juni 1942 slachtoffer van zo’n experiment. Communisten Gerrit Lagerwaard en Arend Jan Brinks uit Deventer behoren tot de eerste Nederlanders die in de gaskamer omkwamen door het verdelgingsmiddel.

Van Bernburg, de plaats waar haar opa Gerrit in de gaskamer omkwam, had Jeanine Doeve nog nooit gehoord. ,, Ik heb me het verhaal over de laatste uren van opa laten vertellen, maar ik kon het niet opbrengen er te gaan kijken. Het is mij te gruwelijk.”

Toen Jeanine Doeve-Lagerwaard in 1958 werd geboren was haar opa Gerrit al zestien jaar dood. Opa leefde voort op het enige portret dat de familie nog van hem had. Hij was overleden in een Duits kamp, Neuengamme, werd er altijd gezegd. Veel meer werd er niet over zijn dood gesproken. ,,Bij ons in de familie zijn het geen praters. Maar ik had altijd het gevoel dat er iets was wat niet klopte.” Met het zwijgen kwamen de vragen. Gerrit had verschillende overlijdensdata, hoe zat dat? Was hij echt aan een hartziekte overleden, zoals het Rode Kruis op gezag van de Duitsers meldde? En hoe erg was het geweest in Neuengamme? Jeanine Doeve, de jongste kleindochter, zocht twee jaar geleden antwoorden op haar vragen over opa Gerrit. En kreeg rillingen toen ze in Duitsland de waarheid over haar communistische grootvader vond. ,,Toen zakte even de grond onder mijn voeten vandaan, maar het geeft rust om te weten hoe het echt is gegaan.”

De nazi’s hielden haar opa, net als zijn plaatsgenoot Arend Jan Brinks, waarschijnlijk vanaf najaar 1941 gevangen in Neuengamme. Het kamp had ook 92 buitenposten, kleinere kampen en gebouwen ver buiten het hoofdkamp, waar mensen werkten. Of erger: waar de nazi’s zaken uitvoerden die verborgen moesten blijven. Een kliniek in Bernburg, in voormalig Oost-Duitsland, was een van die duistere buitenkampen. In de kelder van Bernburg werd een van de eerste gaskamers gebouwd. Naast de gaskamer: een crematorium.

Ik kon het niet opbrengen er te gaan kijken. Het is mij te gruwelijk

Op bezoek in Neuengamme hoort Jeanine Doeve van de kamparchivaris dat opa Gerrit naar Bernburg was vervoerd in de nacht van 18 op 19 juni 1942. Hij was met enkele honderden gevangenen uit Neuengamme aangewezen om de meest effectieve manier van gifgas Zyklon B op te testen. Zyklon B, feitelijk een pesticide, werd vanaf september 1941 al gebruikt om mensen te doden. Vanaf juli 1942 worden in onder meer Auschwitz op veel grotere schaal mensen met Zyklon B vergast.

‘Revolutionairen’

Onder de groep die in Bernburg omkwam, zijn 45 Nederlanders, allen in 1941 opgepakt omdat ze actief communist en ‘revolutionairen’ waren. Naar de kleine gaskamer van Bernburg, veertien vierkante meter groot, worden de gevangenen op alfabetische volgorde vervoerd. Om de vergassing te verdoezelen is hun kampnummer afgenomen. Sommige slachtoffers hebben een kruis op het hoofd en worden via sectie nader onderzocht. ,,Op het papier van opa staat als officiële doodsoorzaak ‘endocartitus’, ontsteking van de hartkleppen”, zegt Doeve. ,,Dat konden we nooit thuisbrengen. Van de kamparchivaris hoorden we dat een arts eerst al een gefingeerde overlijdensoorzaak heeft opgeschreven. Het is zo gruwelijk.”

Op 30 juni 1942 heeft het bericht van zijn dood ook Deventer bereikt. Zijn familie plaatst dan een rouwadvertentie in het Deventer Dagblad. Later in 1947 krijgt de familie Lagerwaard nog ‘een officiële’ overlijdensbevestiging met als overlijdensplaats Neuengamme en als datum 19 juli 1942. Kleindochter Jeanine ziet in het gerommel met plaats en data een bevestiging dat de echte gang van zaken verborgen moest blijven. Met hulp van haar zwager Lammert Lugtenberg schrijft ze voor de familie een boekje over het lot van haar opa. Ze schetst daarin het beeld van een overtuigd communist, die niet bang is voor autoriteiten en het voortouw neemt. ,,Mijn opa stond voor wat-ie deed. Daar heb ik veel respect voor.” Ook oma Lagerwaard is overtuigd communist. Zo had zij, naast het portret van haar man Gerrit, een foto van Jozef Stalin in de kamer hangen. ,,Mijn vader, Gerrit junior, moest niks van politiek hebben. Ook al omdat hij gezien had welke gevolgen het voor een gezin kon hebben.”

Opa Lagerwaard, in 1887 in Zwolle geboren, is raadslid voor de CPN in Zutphen en stakingsleider als in de jaren 30 werklozen voor veel te weinig geld het Twentekanaal moeten graven. Als zijn kinderen in Zutphen geen werk krijgen omdat hun vader communist is, verhuist het gezin naar het ‘rooie’ Deventer. Opa Gerrit is sigarenmaker, werkt in een fabriek aan de, jawel, Tabakswal. Hij kan voorman worden met als extra beloning een pakje roomboter in de week. Hij weigert. Iedereen is voor hem gelijk, in zijn wereld horen geen bazen.

In de oorlog rolt Lagerwaard het verzet in en drukt thuis het verboden blad De Waarheid. Een week voor zijn arrestatie in juni 1941 krijgt hij de tip dat ze hem komen halen. Hij weigert onder te duiken. Hij wil vrouw en kinderen niet in gevaar brengen, maar gelooft ook dat hij voor zijn overtuiging en idealen niet op de loop hoeft.

Gerrit Lagerwaard is 55 jaar geworden. Donderdag wordt er een struikelsteen gelegd op de plek voor zijn laatste woonhuis in Deventer.